Na het afscheid van Jack, de fietser uit Zuid-Korea, fiets ik richting de stad Busan in het zuiden. Jack verklaart mij voor gek dat ik een stuk door de bergen ga, maar ik vind dat juist leuk en mooi. De bergen waar ik doorheen fiets zijn niet heel hoog en de temperatuur is er goed voor. In Zuid-Korea is het overdag gemiddeld rond de tweeëntwintig graden en dat is echt een heerlijke fietstemperatuur. Door de bergen fiets ik naar de rivierenroute waar ik eerder over schreef. Vervolgens volg ik de rivieren twee dagen naar Busan. Wanneer ik terugkom op de rivierenroute valt het op dat er meteen een stuk meer fietsers zijn. Zo af en toe lukt het ook om bij een wielrenner in het wiel te zitten wanneer deze niet te snel gaat. De keren dat het lukt om in het wiel te zitten, word ik er dan wel meestal afgereden bij ieder klein heuveltje omdat ik een stuk zwaarder ben met alle bagage. De fietspaden gaan niet alleen langs de weg, maar zijn soms ook heel mooi verhoogd over het water. Het fietst heerlijk!


Busan ligt aan de kust en de stranden in de stad zijn de attracties die veel mensen trekken. Ik verken de stad op de fiets en ga de verschillende stranden af. Op een van de stranden zijn er allemaal zandsculpturen gemaakt. Het lijkt bijna nep, zo mooi is het; indrukwekkend om te zien. Het leukste in Busan vind ik Gamcheon Cultural Village. Het is een heel kleurrijk deel van de stad, tegen een heuvel aangebouwd. Alle huizen, restaurantjes en andere gebouwtjes zijn in een vrolijke, felgekleurde kleur geschilderd. Het is er heel bruisend en leuk om even doorheen te wandelen. Het levert mooie plaatjes op en er zijn dan ook veel mensen persoonlijke fotoshoots aan het doen.


In Busan zelf slaap ik in een hostel om weer even met andere reizigers te socializen. Voordat ik op reis ging dacht ik altijd dat hostels vieze plekken waren waar je met z’n allen in een gehorige slaapzaal ligt. Dit is absoluut niet het geval en deze reis heeft mijn blik op hostels echt honderd procent veranderd. Er zullen ook vast vieze, luide hostels zijn, maar net als bij hotels kies je zelf waar je slaapt en zeggen de foto’s en reviews veel over het hostel. Vaak zijn de stapelbedden stevig gemaakt en voel je het niet als degene boven of onder je zich omdraait. Je kunt je eigen “hokje” afsluiten door het gordijn dicht te doen, waardoor je ook privacy hebt. Het leukste aan hostels vind ik het sociale aspect en ik zoek dan ook altijd een hostel op met een sociale ruimte. Dit kun je een soort woonkamer zien waar iedereen zit en je heel snel nieuwe contacten maakt. Waar je vandaan komt of hoe je eruitziet maakt niet uit. Als reiziger is iedereen je vriend. De meeste mensen zijn alleen in een hostel en vinden het ook leuk om te kletsen. In het hostel in Busan raak ik aan de praat met een Russische en Israëlische meid. Ik vind het altijd leuk om te zien dat onze landen met alle geopolitiek niet per se vrienden zijn, maar dat het op persoonlijk gebied wel heel vriendelijk gaat. Het zet veel wereldproblematiek in een ander perspectief en het werkt behoorlijk relativerend. Wat de leider in een land doet zegt niet altijd iets over de inwoners ervan. Met z’n drieën hebben we de grootste lol en delen we mooie reisverhalen. Dit is wat ik leuk vind aan hostels: waar je ook vandaan komt, we kunnen vrienden zijn.
Beste Sven.
Bedankt voor het verslag. Ik heb er ontzettend van genoten. Vriendschap kent geen grenzen, zowel letterlijk als figuurlijk.
Groetjes Peter(85).
Mooie observatie, denk dat het de.spijker op zijn kop slaat. We moeten ons niet laten meeslepen door wat leiders van elkaar vinden maar als mens blijven beschouwen. Reizen laat zien dat de ander op je lijkt: nl een mens.